Ik viel met mijn neus in de boter. Op 3 november was het Melbourne Cup Day, een belangrijke dag voor Aussies. Het is bijna een nationale feestdag. Overal in Australië zijn op die dag paardenraces. Degenen die niet naar de races gaan, zitten in de pub aan de tv gekluisterd. Wij gingen naar de racetracks. En als je gaat, ga je in vol ornaat. Dames in jurken, hoge hakken en hoeden met veren, de merk-waardigste creaties zie je voorbij komen. Mannen in pakken, ondanks de hitte. Feestelijke sfeer, druk. En natuurlijk alles ruimschoots overgoten met alcohol (uiteindelijk ook die pakken, ja).
Tegen het eind wankelen de inmiddels verfomfaaide dames op hun hoge hakken, maar vaker waggelen ze laveloos met hun schoenen in de hand over het terrein. Uiteraard hebben we een paar wedjes gezet, wij als onwetende nieuwkomers gaan af op een welluidende naam. Zo heb ik ingezet op Dave the Dude en Conchita. Nee, niets gewonnen dus. Voordat je inzet, kun je de paarden bekijken in de stallen.
De paarden zijn nerveus, strakke spierbundels, trillende huid. De verzorgers geven ze nog een paar laatste streken met de borstel, ze moeten glimmen! Je kunt inzetten bij de bookies, overal hangen schermen waarop de namen van de paarden en de odds vermeld staan. Wanneer jouw paard wint, of op nummer 2 of 3 binnenkomt, win je een bedrag. Dat klinkt allemaal heel simpel, maar wedden is een wetenschap en een kunst die in zeer hoog aanzien staat.
Op de tribunes zit iedereen te wachten op het startschot, aan de andere kant van het terrein zie je vaag iets in beweging komen en een paar minuten later denderen de paarden voorbij. Kleurige jockeys met hoog opgetrokken benen en hun zweepjes. De finish is pal voor de tribune, iedereen staat op wanneer de paarden in zicht komen en schreeuwt aanmoedigingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten