zaterdag 16 januari 2010

The coral that lies beneath the waves...

Vanuit de lucht ziet het Great Barrier Reef er ook spectaculair uit. Grote plekken in allerlei tinten van licht- tot diepdonker-blauw en hier en daar eilandjes. Terug naar Brisbane. Morgen vliegt Rob terug naar Kuala Lumpur. Nog maar 12 dagen tot vertrek naar Nederland. Om de een of andere reden heb ik er niet zoveel zin in...

vrijdag 15 januari 2010

Shark Alarm

Half zes op, het is prachtig weer. Om zes uur de eerste duik. Wat een manier om wakker te worden!!! Hiao wordt klaargestoomd voor zijn duik. Even later tijdens het snorkelen zie ik hem beneden me. Hij hangt bewegingsloos als een puppy in de nekgreep van de divemaster, het enige teken van leven is de stroom luchtbellen boven zijn hoofd. Is dit ongekend dapperheid of eindeloos vertrouwen?

Na het ontbijt varen we naar de volgende locatie, Mystery genaamd. En terecht, want het is een betoverend landschap vol grillige kloven en kleurige koralen. We zwemmen door scholen vissen, langs enorme oesters. Dit is onze laatste duik, want we vliegen morgen-ochtend om 10 uur. Ik vind het niet erg, want snorkelen is ook prachtig, vooral op de laatste locatie. De Lagoon is een grote helderblauwe poel tussen ondiepe riffen.

Aan een kant is er een bank met gigantische clams, sommige meten zeker 1,5 meter. Tussen de geopende helften zit een paarsblauwwit gevlekt membraan, door de twee geopende monden stroomt het voedselrijke zeewater. Zwemmend van de ene naar de andere ondiepte lijk ik te vliegen door een helderblauw niets, het enige zichtbare is de lichtreflectie op dingetjes die in het water zweven. Maar dan ineens zie ik onder me een white tipped reef shark, hij hangt even onder me en zwemt dan verder met ranke bewegingen.

De lucht is blauw, de zon heet en de wind afgenomen tot een lekkere 15 knopen. De Duyfken vaart langs, op weg naar Brisbane. Wij zeilen terug naar Cairns. De kade deint op en neer, na twee dagen op zee hebben we zeebenen. De hete douche na een marinade van twee dagen in zout water is onvoorstelbaar lekker. Nog steeds deinend zoeken we een restaurant op, we eten kreeft en we proosten op het Great Barrier Reef.



donderdag 14 januari 2010

Great Barrier Reef

De lucht is grauw, het waait 20 knopen en wij staan klaar op pier D van de haven van Cairns bij de Vagabond. We varen uit, de deining neemt toe wanneer we verder van de kust raken. Een van de passagiers is een Chinese jongen. Hiao is nog nooit op een boot geweest, dit is zijn eerste keer op zee, hij kan niet zwemmen en zijn grootste wens is duiken! Na een half uur wordt hij groen rond de kieuwen, de rest van de vier uur naar het outer reef ligt hij doodziek in het gangboord. Eenmaal geankerd binnen de bescherming van het rif, valt de deining mee.

Dit wordt mijn eerste duik sinds ruim een jaar en ik ben een beetje nerveus. Eenmaal beneden valt het reuze mee. Na de lunch varen we naar een andere locatie voor de tweede duik. We zwemmen door canyons tussen koraal-formaties. We ontmoeten Wally, een gigantische Napoleonvis en een paar schildpadden.

Hiao is een beetje hersteld en drijft inmiddels in het water, twee instructeurs krijgen hem zo ver dat hij door zijn masker naar het koraal kijkt. Hij klimt grijnzend op de boot, we zijn allemaal trots op hem.

We brengen de nacht door op het rif. De sterrenhemel is fantastisch, ik zie zeker vier vallende sterren. Dat mijn wensen maar allemaal mogen uitkomen… Ik slaap als een baby wiegend in de pikzwarte nacht, een zacht briesje door het patrijspoortje boven mijn kooi brengt welkome verkoeling.


woensdag 13 januari 2010

Kikker Alarm

's Nachts word ik wakker van opgewonden gehop op mijn hoofd: een boomkikker is door het raam naar binnen gekomen en in mijn haar verstrikt geraakt. Behulpzaam wil ik mijn kussen naar buiten steken, maar na een elegante sprong kleeft hij zijn zuignapvingers tegen de muur en verdwijnt achter een wandkleed. Omdat ik nu toch wakker ben, ga ik even naar de wc. Slaapdronken laat ik me zakken en zie net op het laatste moment dat er een kikker in de wc-pot zit! Met moeite houd ik mezelf zwevend terwijl de kikker tussen mijn benen door uit de pot springt en op hetzelfde moment een andere kikker waar ik bijna op stond een vliegende jump neemt en op mijn blote dijbeen terecht komt!

maandag 11 januari 2010

Hoogtepunt

Voordat we vertrekken maken we nog een wandeling, het is zo mooi hier! In Mt. Garnet tanken we (net op tijd), het is de eerste benzinepomp in 200 km. Zodra we Ravenshoe naderen, begint het te regenen. Whats´s new? Maar volgens Jules en Rob, mijn vrienden daar, is het de eerste regen in maanden! Het is zo goed om ze weer te zien, dit is mijn favoriete wwoof-adres. De Atherton Tablelands is wat mij betreft een van de mooiste streken van Australië. Tussen de buien door lopen we door de hoofdstraat van het hoogste dorp van Queensland, langs de hoogste pub (962 meter), de hoogste bakkerij, de hoogste bottleshop (slijterij).



zaterdag 9 januari 2010

Wandelingetje in het park

De lavatubes zijn indrukwekkend. Bij een vulkaanuitbarsting 190.000 jaar geleden is de buitenste laag van de lavastroom verhard tot enorme tunnels, sommige 160 km lang. Tegenwoordig is de langste, nog intacte tunnel maar een paar kilometer, maar eigenlijk is het een wonder dat ze überhaupt nog bestaan na al die tijd. Drie lava-tubes mogen we in, het is net Jurassic Park, enorme bomen verbergen de ingang met hun luchtwortels, grote rotsblokken liggen overal. Met een beetje fantasie kun je je voorstellen dat de rock wallabies kleine neefjes van dinosaurussen zijn. In een van de tunnels staat een laag water, vleermuizen maken kleine geluidjes, druppels vallen in stille zwarte poelen. Meterslange boomwortels komen door het hoge plafond heen en absorberen de vochtige atmosfeer. Ik ben blij weer in het warme daglicht te staan.

Het is vandaag niet zo heel warm en daarom zijn de kangoeroes overdag al actief, ze eten gras en hoppen rond. De wandeling voert ons over grote granieten blokken, langs kreekjes naar beneden en verder door de verspreid staande eucalyptusbomen. Zwarte kaketoes krijsen en ontelbare kangoeroes staren nieuwsgierig naar ons. Wie bekijkt wie?

Uiteindelijk komen we bij een moeras, dankzij de regen een grote watervlakte met knalgroen hoog gras, hier en daar een boom op een heuveltje. Een groep schuwe whistling ducks vliegt op wanneer we dichterbij komen, de reigers blijven stoïcijns staan.


Bat Alarm

Auto gehuurd, het wordt mijn eerste keer rijden aan de verkeerde kant van de weg. Gelukkig is Cairns geen grote stad. Het enige probleempje is dat de ruitenwisser en richting-aanwijzer op elkaars plaats zitten, dus ik ruitenwis vrolijk naar rechts en links en neem bochten zonder richting aan te geven. Onze bestemming vandaag is Undara Volcanic National Park, een rit van zo´n 275 km. Via de Atherton Tablelands – groene heuvels en bossen – komen we in het savannelandschap: termietenheuvels, gum trees, lange rechte wegen, road trains.

Deze vrachtwagens met twee of meer aanhangers wijken voor niets en niemand uit. Als er dan ook eentje met een stevige vaart op me inloopt, wijk ik uit en laat hem passeren. Op ons gemak verder, niet veel ander verkeer op de weg. Dingo gezien! Zodra we in Undara zijn, begint het te regenen (hoe kan het ook anders). We zitten lekker droog in onze swag (tent) en zien de kangoeroes voorbij hoppen.

Tegen de tijd dat we verzamelen voor de nightlife tour, is het weer droog. Onderweg naar de lavatube bij Mt. Barker komen we ontelbare macropods tegen: gewone wallabies, rock wallabies, wallaroes, grijze kangoeroe´s. In het vroege donker komt een wolk vleermuisjes uit de ingang van de lavatube. Naar schatting leven daar 750.000 vrouw- en kinderbats, de mannen hebben hun eigen grot.

De gids attendeert ons op de boom die voor de ingang staat, er zitten slangen in! We zien de night tigers ofwel bruine boomslangen in de boom omhoog slingeren en strategisch in de luchtwortels hangen terwijl de bats om hen heen vliegen. De kaken van de slangen klappen open zodra er bats erg dichtbij komen, maar het lijkt een inefficiënte manier van jagen. Tot een van de slangen een vleermuisje te pakken krijgt! Hij laat zich op de grond vallen – natuurlijk tussen ons in – wikkelt zich om zijn slachtoffer heen en knijpt. Awesome!

Ons diner blijkt minstens zo avontuurlijk: een gegrild trio van krokodil, emoe en kangoeroe…

donderdag 7 januari 2010

Gemiste kans

Het is heet in Cairns en we proberen verkoeling in de haven te vinden. Een schroeiende wind waait, vlaggen wapperen. Er ligt een enorme driemaster afgemeerd, erachter een woud van kleinere masten. Een oranje-blanje-bleu trekt mijn aandacht, dat is de VOC vlag? Het Hollandse schip De Duyfken bereikte in 1606 Australië ruim voordat Captain Cook het land 'ontdekte'. Niet de moeite waard, dachten kapitein en koopman. Hadden ze verder gekeken, dan hadden Australiërs nu Nederlands gesproken!

De replica van De Duyfken is 1995 gebouwd in West-Australië. We mogen aan boord komen. Het is onvoorstelbaar dat een bemanning van 32 man maandenlang op dit kleine scheepje leefde. Het is maar 25 meter lang en van enig comfort is geen sprake. Bemanningsleden zitten schrijlings op de ra's om het touwwerk te controleren, volgende week vertrekt het schip naar Brisbane. Mijn Hollandse zeemanshart (m/v) zwelt in mijn boezem wanneer we vanaf de kade een laatste blik op het trotse scheepje werpen.

woensdag 6 januari 2010

Happy New Year to yous all!

Rob en ik hebben oud en nieuw doorgebracht in Ballina, een dorp aan de Gold Coast. Oudejaarsavond in de pub, erg gezellig met levende muziek en erg handig ook dat onze kamer dichtbij was. Het café sloot om middernacht, dat is vreemd, nietwaar. Maar huisgasten mochten tot heeel laat opblijven met gesloten deuren, een privéfeestje dus. De eerste januari hebben we in gepaste brakheid doorgebracht.

Inmiddels zijn we in Brisbane om Rob ook kennis te laten maken met een meer geciviliseerde Aussie lifestyle. Hij treft het overigens wel, want vanwege de weers-omstandigheden kon zijn vliegtuig niet landen, het heeft 10!!! uur geduurd voordat het definitief aan de grond werd gezet aan de Gold Coast. Ze hebben 18 landings-pogingen gedaan, zijn tweemaal terug geweest in Brisbane voor refuelling. En dat allemaal in stromende regen en harde wind. Ook Brisbane is regenachtig. Vandaag dus een uitstekende dag voor musea.

Morgen gaan we naar Cairns, het is ook daar regentijd, dus we weten nog niet of onze plannen doorgaan of dat we iets heel anders gaan doen!

Van de regen in de drup, maar het is wel lekker warm...

zondag 20 december 2009

Zand, wind en water

We worden zwetend wakker, blauwe lucht, zon, geen wind! Drie van onze groep zijn al vroeg vertrokken voor de kooiduik met great white sharks. Wij gaan surfen! Het is weer zo´n prachtige baai, de golven zijn net goed voor beginners. We hijsen ons in een wetsuit en na een korte droge instructie gaan we de zee in. Na anderhalf uur lukt het me bijna om helemaal overeind de staan, het is niet zo eenvoudig als het eruit ziet. Het is leuk, maar vermoeiend. Elke keer weer terug de zee in, de beukende golven weerstaan, wachten op een goede golf, peddelen, opstaan, ervaf vallen, opstaan, water en zand uit neus ogen en oren schudden en weer terug.

Terug in Pt Lincoln horen we dat de haaienboot nog niet terug is en pas laat verwacht wordt omdat er pas om vier uur een haai kwam. Wij vertrekken alvast naar Arno Bay, vanavond overnachten we in de pub, douches, echte bedden! Party! De locals komen speciaals naar de pub om met ons te praten, nieuwe gezichten zijn altijd welkom. De meeste Ozzies zijn ongelofelijke kletskousen, iedere gelegenheid grijpen ze aan.

De laatste dag, het is warm. We hebben niet veel stops, iedereen is een beetje brak, we willen naar Adelaide. Shelley haalt me op bij de bus, maar voordat we naar het afscheids-avondje gaan, moet zij boodschappen doen voor haar volgende toer. Dus sta ik ineens met acht grote boodschappentassen langs de straat te wachten. Snelle douche, eten, naar de pub. De volgende dagen zijn erg lui en langzaam. Dat komt ook door de temperatuur: 40 graden. Dan komt een staart van cycloon Laurence voorbij met regen en koeler weer.

21/12 - Inmiddels ben ik weer in Brisbane, morgen komt Rob aan. We vliegen dan naar Cairns om te gaan duiken op het Great Barrier Reef.

zaterdag 19 december 2009

Tonijnboerderij

We zijn nu in South Australia en we volgen de kustweg naar Port Lincoln. Op het programma vandaag staat zwemmen met tonijnen. De boot brengt ons buiten de baai naar een grote metalen ring met netten. Ze vangen jonge tonijnen op volle zee en brengen die terug naar de kwekerij om ze rustig te laten groeien tot winstgevende proporties. In deze ring mogen we het water in om ze van dichtbij te bekijken, deze jonge blauwvintonijnen zijn ongeveer 45 kg en ruim een meter lang. Er is ook een onderwatercabine waar je ze kunt zien. Het is prachtig weer, maar omdat ik het gister zo koud heb gehad, was ik vandaag niet in de stemming om te zwemmen.

Tonijnen zijn heel anders dan zeeleeuwen, ze negeren mensen. Ze zwemmen heel snel, blijkbaar kunnen ze pas vanaf 40 km per uur voldoende zuurstof uit het water opnemen! We mogen ze voeren, je houdt een visje in het water en zoef, weg is het. Hoe goed je ook oplet, je ziet ze nooit komen.

Twintig minuten van Pt Lincoln overnachten we in een natuurpark. Terwijl we de tenten opzetten, komt er een angstaanjagend gebrul uit de bush. Iedereen verstart, onze tourguide lacht. Het is een koala! De bomen om de campsite zitten er vol mee!

vrijdag 18 december 2009

Te land, ter zee en in de lucht

De kliffen langs de kust zitten vol met grotten, we gaan er een paar bekijken. Daarna sandboarden van de hoge duinen, 10 minuten naar boven ploeteren, 1 minuut naar beneden, maar geweldig leuk. Het wordt wat warmer en ´s middags hebben we voor het eerst in dagen een blauwe lucht. Na de lunch naar Bairds Bay, in onze wetsuits worden we naar een eilandje gevaren. De zeeleeuwen zitten al te wachten, ze kennen de routine. Voordat wij te water gaan, zwemmen ze al afwachtend rond. Ze worden niet gevoerd, maar ze vinden het blijkbaar leuk om met mensen te spelen. Vooral de jonge dartelen om je heen, brengen hun gezicht vlak voor je masker en lijken in je ogen te kijken. Ze zijn zo grappig!

Terug op de boot heeft iedereen de bibbers, er staat een koude zuidenwind die je niet de kans geeft om op te warmen. Op zoek naar dolfijnen varen we naar de overkant van de baai, we zien wel een majestueuze visarend, maar van dolfijnen geen spoor.

Eerlijk gezegd vinden we het allemaal wel goed, het is gewoon te koud om nog een keer in het water te gaan. Na het diner neemt Hassie ons mee de nacht in, hij is zo iemand die met passie kan vertellen. Alle wombats op zijn property kent hij. We rijden rond totdat we er een treffen die net uit zijn hol gekomen is, Billy is gewend aan auto´s en laat zich rustig bekijken.

donderdag 17 december 2009

De boomgrens

Vandaag gaan we eindelijk de officiele Nullarbor Plains doorkruisen! Nullarbor betekent letterlijk ´geen bomen´en dat klopt helemaal. Maar het is geen woestijn, tenminste niet zoals wij ons een klassieke woestijn voorstellen. Eerlijk gezegd heb ik zo´n film-woestijn (nog) niet gezien in Oz! De Nullarbor is een enorme vlakte met hele lage vegetatie. Het miezert. Eigenlijk zijn we er vrij snel doorheen, ben een beetje teleurgesteld. De belofte van een warme douche maakt veel goed, vanavond Goodlie Park, de homestead van de reisorganisator. Tenten opzetten is inmiddels routine geworden.

Hassie, de baas, tracteert ons op abalones (zeeslakken) die hij net heeft geoogst uit de baai. Heerlijk! We eten aan echte tafels en drinken uit echte glazen! Hoe snel je luxe ontwent! Een paar locals komen langs, schilderachtige figuren. Jimmy is op een gegeven moment zo dronken dat hij zijn broek laat zakken, wij waren zo dronken dat we alleen maar heel erg hard konden lachen. Kim, de andere, kon iets beter tegen drank, hij stortte pas een uur later neer en werd de volgende ochtend op dezelfde plaats aangetroffen. Na een bak koffie stapten ze vrolijk in hun ute. We kregen de verzekering van een enigszins beschaamde Hassie dat niet alle Aussies zo zijn!

woensdag 16 december 2009

Schuilplaats

Volgende ochtend snel alles opgeruimd, het is droog maar het waait en de lucht is grijs. We zijn nog niet onderweg of het begint te miezeren, iedereen dut in de bus. Om de beurt gaan we naast onze tourguide zitten om hem wakker te houden. Bij Mildura valt de hoog-vlakte ineens weg, Haasts Bluff loopt nog kilometers lang door tot aan de kust om daar nog 200 km als steile kliffen de zee te trotseren.

In de middag slaan we af van de Eyre Highway, een dirt road op naar Koonalda Station. De homestead van deze verlaten schapenboerderij staat nog, net als de shearing shed en het keukengebouwtje. Aangezien de oude highway langs Koonalda liep en het de eerste (of laatste) stop voor de Nullarbor was, is er ook een indrukwekkend autokerkhof. Het waait nog steeds en we zijn blij dat we warm kunnen koken en eten. De tenten hebben we opgezet onder de veranda van de homestead, dus regen noch wind kunnen ons deren vannacht!

dinsdag 15 december 2009

Afzien

´s Ochtends doen we een wandeling van een paar uur door het kustgebergte, er bloeien veel bloemen (het is net zomer). Door naar Balladonia, wereldberoemd omdat Skylab er in 1979 naar beneden is gekomen. De weg ernaartoe is Australië´s langste stuk rechte weg (146,6 km) en ze zijn er nog trots op ook.  Langs de lange rechte weg staat er ineens een bord: RFDS Airstrip. Dat betekent dat de Royal Flying Doctors dat stuk weg gebruiken als landings- en startbaan. Maar nee, er was geen vliegtuig in zicht. De lucht is grauw, het waait, het is fris, het loopt tegen donker.

Overnachting op een parkeerplaats langs de Highway. The Roof klinkt als een locatie uit een Stephen King-boek en dat was het ook. Geen water, zeer elementair toilet. Niets dan leegte om ons heen, gierende wind die de tenten leuk speelgoed vond. Dus eerst bagage erin en dan opzetten. We eten bibberend rond de bus en gaan noodgedwongen vroeg naar bed.

De wind neemt toe en de tent ligt zo´n beetje op mijn gezicht, de rest duw ik met mijn knieën opzij. Wanneer er even een rustig moment is, sta ik in mijn nightie en grote schoenen bibberend de haringen alsnog in de grond te rammen met een grote steen. Snel weer naar binnen, het heeft niet veel geholpen. Wij redeneneren dat, zolang wij in de tent bljiven liggen, er genoeg gewicht is om de boel op zijn plaats te houden. We krijgen de slappe lach. Regen geselt het tentdoek en ik krijg natte voeten, vanwege ontbrekende haringen komt de regen onder dektent door. We zetten er een rugzak voor, probleem opgelost. Manuela begint te snurken, ik luister naar de wind en de road trains die iedere 10 miniten langsdenderen. Er zit niets anders op dat te filosoferen over het feit dat het altijd regent in woestijnen wanneer ik er ben.

maandag 14 december 2009

Strandweer

Vandaag is de eindbestemming Esperance,  naar zeggen is hier het mooiste strand van Australië. Het is inderdaad mooi: wit zand, helblauwe zee, baaien. Rijden door naar Cape Le Grand National Park, we hebben de middag vrij om te zwemmen. De baai is te ondiep voor haaien gelukkig. Het water is koud (Antarctica is de dichtstbijzijnde landmassa) en de zon is heet (42 graden). Later betrekt de lucht, het begint te waaien, er wordt regen verwacht. De tenten staan niet erg stevig, want de haringen willen met geen mogelijkheid de grond in. We eten een snelle hap. Er lopen kangoeroes tussen de campingtafels door (streng verboden te voeren). ´s Nachts zet de regen niet door, de wind blijft.

zaterdag 12 december 2009

Oost West

Vlucht Adelaide - Perth, morgen ga ik mee met een negendaagse bustour van Perth terug naar Adelaide door de Nullarbor. Dat is een reis van pakweg Londen naar Moskou. Aardige groep (9 meisjes en 1 jongen) op die ene zeurdoos na die er altijd bij lijkt te moeten zijn. De eerste dag leggen we veel kilometers af, dat deel van Western Australia is tamelijk dichtbevolkt. Koffiestop in Corrigin, het dorp dat beroemd is als wereldrecord-houder ´dog in a ute´: 1527 utes met een hond achterin. Als je weet dat het dorp 900 inwoners heeft, is dat nogal een prestatie.

Later die dag een wandelingetje naar Wave Rock, dat is weer zo´n Australische freakrots, indrukwekkend. Het is heet. We overnachten in de achtertuin van een oud Engels dametje dat al 50 jaar in Oz woont, ze kookt hemels. We slapen in tentjes, de sterrenhemel is onbeschrijfelijk. Om half 5 ´s ochtends sta ik buiten te kijken naar de zonsopgang en alle vogels.

woensdag 9 december 2009

Adelaide & omstreken

De Overland Train vertrekt om 07.00 van Southern Cross Station voor de 800 km lange reis naar Adelaide. Weer een prachtige reis door de leegte, hier en daar een dorp, wat koeien, eindeloze gele graan-velden die vlak voor Adelaide overgaan in groene heuvels met eucalyptusbossen. Ik logeer bij vriendin Shelley, zij werkt tegen-woordig als tourguide. Die avond is er een kerstdiner van haar werk, maar ze komt pas laat terug van een trip. Snel omgekleed en opgetut, maar toen we aankwamen zagen we net het dessert uit het zicht verdwijnen. Met de harde kern van de Groovy Grape tourguides nog wat gedronken in de stad, grappig om hun reisverhalen te horen (ik kende alleen de kant van de toerist).

Vrijdag haalt bikievriend Lumpy me op voor een dagje toeren. Hahndorf is een Duits dorp met vakwerkgebouwen en een Duitse pub, compleet met hoempamuziek. Mate John, tracteert ons op een typische lunch: wursts, ham en pretzels met mosterd. Eind van de dag naar de pub en ik maak kennis met de oude vrienden: Mad Dog, Flea, Lurch, GB en ook nog een paar bikies met gewone namen.

zondag 6 december 2009

Wisselvallig

Inmiddels ben ik al een paar dagen in Melbourne, de stad van ´four seasons in one day´. Beroemd om de snelle weerswisselingen. Bevalt het weer je niet, wacht dan 10 minuten. Dus het ene moment loop je te zweten terwijl de zon op je huid brandt, het volgende moment kan ineens bewolkt zijn en 10 graden koeler, wind steekt ineens op en dan is het weer een strak-blauwe hemel met een lekker zonnetje. Ik vind het maar fris hier, zeker na het uitstapje naar de outback. Melbourne is een leuke stad vind ik. Oude Victoriaanse gebouwen vermengd met strakke skyscrapers, Rotterdam mag best jaloers zijn op de architectuur hier. Ach, daar staat tegenover dat hun haven nauwelijks iets voorstelt. De containerhaven, zoals die trots werd aangewezen tijdens een tocht over de rivier, door de haven en door de baai, bestaat uit zes loskranen! Met vriendin Nicole musea bezocht, rondgelopen en gegeten. Omdat er zoveel Italianen in Melbourne zijn neergestreken, is er een levendige Italiaanse restaurantcultuur. En de koffie is er de beste van heel Australië. De overdekte Queen Victoria Market is een van mijn favorieten, je kunt er alles kopen, van fruit en veg tot handtassen en massagekussens. Na een bezoek aan vriendin Willow in Rye, een dorp aan de kust een paar uur van Melbourne, ben ik weer klaar voor de volgende etappe.

woensdag 25 november 2009

Au!

Met Michelle en Stuart naar cattlefarm van mate Colin in zuidwest Queensland geweest. Geweldig! Na een rit van 12 uur in een auto waarvan de airco het halverwege opgaf in 35 graden buitentemperatuur was ik blij in Charleville te zijn. Ik dacht dat we er dan bijna waren, maar het bleek dat 80 km na Charleville nog 50 km over een dirt road naar Moruya (Colin's property) was. Voor de duidelijkheid, de dichtstbijzijnde supermarkt is dus 130 km ver! Eind van de middag, wanneer het een beetje afkoelt, komen de dieren uit hun middagslaapje. Dat is spannend rijden, want voordurend schieten de kangoeroes over de weg. En ook al reden we naar een km-tje of 50, een roo op je motorkap gaat door de ruit heen. Voorzichtig dus. De emoes doen het anders, die rennen net zo lang voor de auto uit totdat hun tong op hun tenen hangt en dan bedenken ze ineens dat ze ook links of rechts kunnen zwenken. En welke kant ze dan opgaan, dat is altijd een verrassing.

Colin heeft een lapje grond van 25.000 acres in de middle of nowhere. Daarop heeft hij wat koeien lopen, zo´n stuk of 700 maar, die hij bijna nooit ziet. Verder nog een stuk of 20 paarden, vermoedt hij, die hij ook al maanden niet gezien heeft. Iedere dag rijdt hij in zijn Ute langs een deel van de 30 km afrastering op zijn land om hier en daar een mengsel van zout en andere voedingsstoffen voor het vee te brengen. Repareert hekken en zo nog wat van die dingen die een veeboer zoal doet. Gelukkig heeft hij voldoende water op zijn grond, sterker nog, hij zit bovenop het artesisch basin dat zich uitstrekt onder een groot deel van Queensland. In zijn geval betekent het dat er - letterlijk - oeroud water omhoog komt. Aardige bijkomstigheid is dat het warm water is, dus er is altijd een warme douche. Naast zijn huis staat een grote veebak die hij vol laat lopen met het bronwater. Daar zit je dan, na een dag hard werken in de hitte (au?) met je koude flesje bier in lekker warm water, terwijl om je heen allerlei avondlijke geluidjes te horen zijn en een of ander beestje in het water zo nu een dan even gemeen in je vel bijt. Au! Zo nu en dan geef je de bak chips een zetje zodat hij naar de overkant drijft. Au! Terwijl je gezellig over koetjes en kalfjes keuvelt (AU!) en in de pikdonkere hemel de sterren een adembenemend schouwspel opleveren, je kunt de melkweg zien glimmeren!

Colin nam ons mee op zijn dagelijkse rondje, na een hartig ontbijt van - hoe kan het anders - een stoofpot van rundvlees, uien en spaghetti. Het had trouwens ook varkensvlees kunnen zijn, want varkens heeft hij ook. En kippen, geiten, tamelijke tamme (jacht)honden, een halfwilde kat, wilde vogels, kikkers, vliegen, muggen, gekko's, lizards enz. Het is er zo mooi en zo stil, zo leeg, ruimtelijk. Vlak, zodat je ver kunt zien. Schreeuwende papegaaien, brullende kikkers, tjitjakkende gekko´s. Hij staat iedere dag met licht op (ca 05.00 uur), werkt, eet, bekijkt ´s avonds zijn email en Facebook (ja, hij heeft elektriciteit en internet) en gaat vroeg slapen. Je begrijpt dat hij dolblij is wanneer er iemand op bezoek komt!

De terugreis hebben we op ons gemak gedaan, in twee dagen. Na een jumpstart moesten we onderweg toch een nieuwe accu kopen. Dat was in Ballon, een gehucht met een pub, een slager en gelukkig een garage. Terwijl Stuart in de blakerende zon onder de motorkap keek, leverden de mannen in de pub commentaar. ´Kom uit de zon, mate, en neem nog een biertje´ Maar dat er een nieuwe accu in moest, daar waren ze het allemaal over eens. Het zou die middag 45 graden worden en dan moet je niet met pech langs de weg komen te staan. Want je krepeert er van de hitte, je water gaat snel op en als de zwarte mieren je niet te pakken nemen, dan de wilde varkens wel, die rukken de ingewanden uit je lijf. Kortom, dat soort constructieve dingen. Met frisse moed gingen we weer op weg. Jammer genoeg loste de nieuwe accu het aircoprobleem niet op. Buiten 45 graden, in de auto 35, maar een raampje opendoen voelde als het openen van een hete oven.

Na een afmattende rit bereikten we Nindigully. Een gehucht met negen (!) inwoners. Maar die dag was het er druk, er werden de jaarlijkse beroemde varkensraces gehouden. De opbrengst was voor de Royal Flying Doctors. Die organisatie is afhankelijk van donaties en vooral de Australiers in de outback geven ruim, want iedereen kan ooit de hulp van de FD nodig hebben. Er waren mensen van heinde en verre voor een dagje uit gekomen, gezinnen, truckies, bikies, een zeer gemengd gezelschap. Levende countrymuziek. Bier, hotdogs, kinderspelletjes. De zes speciaal getrainde biggen met hun gekleurde jasjes werden per opbod ´verkocht´ door een echte veiligmeester, de biggen brachten gemiddeld 260 dollar per stuk/per race op. De winnaar van het totaalbedrag is degene die het winnende big heeft ´gekocht´, maar het is goed gebruik dat de winst ook aan de FD geschonken wordt.

Dan kan eindelijk de race van start. De biggen gaan in een kooi, na het startschot volgen ze een parcours van autobanden, buizen, balen hooi, een hek dat ze moeten openduwen, om uiteindelijk een emmer melk te vinden. Het eerste big dat de emmer vindt, wint de race. De veilingmeester voorziet de race van commentaar, zoals dat bij paardenraces gebruikelijk is. Iedereen staat te joelen en te lachen, de biggen zijn zo grappig. Na twee races houden we het voor gezien, we moeten door naar Goondiwindi. We overnachten in de pub. De volgende dag de laatste 400 km. Totaal hebben we pakweg 1900 km afgelegd in 4 dagen...









woensdag 18 november 2009

Even uitblazen


Byron Bay is beroemd in het backpackerscircuit, en terecht. Het is een leuk plaatsje. Veel café's, restaurantjes en winkeltjes. En strand, heel veel strand langs een mooie baai. De avond dat ik er aankwam regende het, onweer, hagel, bliksem, de hele handel. Hoezo strandweer?

Een bewolkte dag erna, goed om te lopen dus. Naar het Byron Bay Lighthouse gewandeld, een mooie route door bos. De schuchtere whipbird gezien!!! Terug langs het kustpad naar beneden, daar kon je de dolfijnen in de baai zien spelen in de golven. Een oude life guard die er ook stond te kijken heeft me een heleboel verteld over rip curls, vogels en andere interessante dingen. Aussies zijn ongelofelijke kletskousen!

De volgende dag stralend weer, dus ik naar het strand. Rustige zee, beetje gezwommen, beetje verbrand. Lekker de hele dag gelezen, heerlijk zo'n paar rustige dagen. Michelle en Stuart kwamen me de volgende ochtend ophalen. Stuart is daar in de buurt geboren, dus hij heeft me zijn ouderlijke boerderij laten zien enzo. Schitterende weggetjes gereden door groen, heuvelig terrein, bossen, kreken, meertjes. Niet helemaal Australië zoals je dat voorstelt. Het heet dan ook New South Wales, je kunt je voorstellen dat de emigranten zich er thuis voelden.