zondag 20 december 2009

Zand, wind en water

We worden zwetend wakker, blauwe lucht, zon, geen wind! Drie van onze groep zijn al vroeg vertrokken voor de kooiduik met great white sharks. Wij gaan surfen! Het is weer zo´n prachtige baai, de golven zijn net goed voor beginners. We hijsen ons in een wetsuit en na een korte droge instructie gaan we de zee in. Na anderhalf uur lukt het me bijna om helemaal overeind de staan, het is niet zo eenvoudig als het eruit ziet. Het is leuk, maar vermoeiend. Elke keer weer terug de zee in, de beukende golven weerstaan, wachten op een goede golf, peddelen, opstaan, ervaf vallen, opstaan, water en zand uit neus ogen en oren schudden en weer terug.

Terug in Pt Lincoln horen we dat de haaienboot nog niet terug is en pas laat verwacht wordt omdat er pas om vier uur een haai kwam. Wij vertrekken alvast naar Arno Bay, vanavond overnachten we in de pub, douches, echte bedden! Party! De locals komen speciaals naar de pub om met ons te praten, nieuwe gezichten zijn altijd welkom. De meeste Ozzies zijn ongelofelijke kletskousen, iedere gelegenheid grijpen ze aan.

De laatste dag, het is warm. We hebben niet veel stops, iedereen is een beetje brak, we willen naar Adelaide. Shelley haalt me op bij de bus, maar voordat we naar het afscheids-avondje gaan, moet zij boodschappen doen voor haar volgende toer. Dus sta ik ineens met acht grote boodschappentassen langs de straat te wachten. Snelle douche, eten, naar de pub. De volgende dagen zijn erg lui en langzaam. Dat komt ook door de temperatuur: 40 graden. Dan komt een staart van cycloon Laurence voorbij met regen en koeler weer.

21/12 - Inmiddels ben ik weer in Brisbane, morgen komt Rob aan. We vliegen dan naar Cairns om te gaan duiken op het Great Barrier Reef.

zaterdag 19 december 2009

Tonijnboerderij

We zijn nu in South Australia en we volgen de kustweg naar Port Lincoln. Op het programma vandaag staat zwemmen met tonijnen. De boot brengt ons buiten de baai naar een grote metalen ring met netten. Ze vangen jonge tonijnen op volle zee en brengen die terug naar de kwekerij om ze rustig te laten groeien tot winstgevende proporties. In deze ring mogen we het water in om ze van dichtbij te bekijken, deze jonge blauwvintonijnen zijn ongeveer 45 kg en ruim een meter lang. Er is ook een onderwatercabine waar je ze kunt zien. Het is prachtig weer, maar omdat ik het gister zo koud heb gehad, was ik vandaag niet in de stemming om te zwemmen.

Tonijnen zijn heel anders dan zeeleeuwen, ze negeren mensen. Ze zwemmen heel snel, blijkbaar kunnen ze pas vanaf 40 km per uur voldoende zuurstof uit het water opnemen! We mogen ze voeren, je houdt een visje in het water en zoef, weg is het. Hoe goed je ook oplet, je ziet ze nooit komen.

Twintig minuten van Pt Lincoln overnachten we in een natuurpark. Terwijl we de tenten opzetten, komt er een angstaanjagend gebrul uit de bush. Iedereen verstart, onze tourguide lacht. Het is een koala! De bomen om de campsite zitten er vol mee!

vrijdag 18 december 2009

Te land, ter zee en in de lucht

De kliffen langs de kust zitten vol met grotten, we gaan er een paar bekijken. Daarna sandboarden van de hoge duinen, 10 minuten naar boven ploeteren, 1 minuut naar beneden, maar geweldig leuk. Het wordt wat warmer en ´s middags hebben we voor het eerst in dagen een blauwe lucht. Na de lunch naar Bairds Bay, in onze wetsuits worden we naar een eilandje gevaren. De zeeleeuwen zitten al te wachten, ze kennen de routine. Voordat wij te water gaan, zwemmen ze al afwachtend rond. Ze worden niet gevoerd, maar ze vinden het blijkbaar leuk om met mensen te spelen. Vooral de jonge dartelen om je heen, brengen hun gezicht vlak voor je masker en lijken in je ogen te kijken. Ze zijn zo grappig!

Terug op de boot heeft iedereen de bibbers, er staat een koude zuidenwind die je niet de kans geeft om op te warmen. Op zoek naar dolfijnen varen we naar de overkant van de baai, we zien wel een majestueuze visarend, maar van dolfijnen geen spoor.

Eerlijk gezegd vinden we het allemaal wel goed, het is gewoon te koud om nog een keer in het water te gaan. Na het diner neemt Hassie ons mee de nacht in, hij is zo iemand die met passie kan vertellen. Alle wombats op zijn property kent hij. We rijden rond totdat we er een treffen die net uit zijn hol gekomen is, Billy is gewend aan auto´s en laat zich rustig bekijken.

donderdag 17 december 2009

De boomgrens

Vandaag gaan we eindelijk de officiele Nullarbor Plains doorkruisen! Nullarbor betekent letterlijk ´geen bomen´en dat klopt helemaal. Maar het is geen woestijn, tenminste niet zoals wij ons een klassieke woestijn voorstellen. Eerlijk gezegd heb ik zo´n film-woestijn (nog) niet gezien in Oz! De Nullarbor is een enorme vlakte met hele lage vegetatie. Het miezert. Eigenlijk zijn we er vrij snel doorheen, ben een beetje teleurgesteld. De belofte van een warme douche maakt veel goed, vanavond Goodlie Park, de homestead van de reisorganisator. Tenten opzetten is inmiddels routine geworden.

Hassie, de baas, tracteert ons op abalones (zeeslakken) die hij net heeft geoogst uit de baai. Heerlijk! We eten aan echte tafels en drinken uit echte glazen! Hoe snel je luxe ontwent! Een paar locals komen langs, schilderachtige figuren. Jimmy is op een gegeven moment zo dronken dat hij zijn broek laat zakken, wij waren zo dronken dat we alleen maar heel erg hard konden lachen. Kim, de andere, kon iets beter tegen drank, hij stortte pas een uur later neer en werd de volgende ochtend op dezelfde plaats aangetroffen. Na een bak koffie stapten ze vrolijk in hun ute. We kregen de verzekering van een enigszins beschaamde Hassie dat niet alle Aussies zo zijn!

woensdag 16 december 2009

Schuilplaats

Volgende ochtend snel alles opgeruimd, het is droog maar het waait en de lucht is grijs. We zijn nog niet onderweg of het begint te miezeren, iedereen dut in de bus. Om de beurt gaan we naast onze tourguide zitten om hem wakker te houden. Bij Mildura valt de hoog-vlakte ineens weg, Haasts Bluff loopt nog kilometers lang door tot aan de kust om daar nog 200 km als steile kliffen de zee te trotseren.

In de middag slaan we af van de Eyre Highway, een dirt road op naar Koonalda Station. De homestead van deze verlaten schapenboerderij staat nog, net als de shearing shed en het keukengebouwtje. Aangezien de oude highway langs Koonalda liep en het de eerste (of laatste) stop voor de Nullarbor was, is er ook een indrukwekkend autokerkhof. Het waait nog steeds en we zijn blij dat we warm kunnen koken en eten. De tenten hebben we opgezet onder de veranda van de homestead, dus regen noch wind kunnen ons deren vannacht!

dinsdag 15 december 2009

Afzien

´s Ochtends doen we een wandeling van een paar uur door het kustgebergte, er bloeien veel bloemen (het is net zomer). Door naar Balladonia, wereldberoemd omdat Skylab er in 1979 naar beneden is gekomen. De weg ernaartoe is Australië´s langste stuk rechte weg (146,6 km) en ze zijn er nog trots op ook.  Langs de lange rechte weg staat er ineens een bord: RFDS Airstrip. Dat betekent dat de Royal Flying Doctors dat stuk weg gebruiken als landings- en startbaan. Maar nee, er was geen vliegtuig in zicht. De lucht is grauw, het waait, het is fris, het loopt tegen donker.

Overnachting op een parkeerplaats langs de Highway. The Roof klinkt als een locatie uit een Stephen King-boek en dat was het ook. Geen water, zeer elementair toilet. Niets dan leegte om ons heen, gierende wind die de tenten leuk speelgoed vond. Dus eerst bagage erin en dan opzetten. We eten bibberend rond de bus en gaan noodgedwongen vroeg naar bed.

De wind neemt toe en de tent ligt zo´n beetje op mijn gezicht, de rest duw ik met mijn knieën opzij. Wanneer er even een rustig moment is, sta ik in mijn nightie en grote schoenen bibberend de haringen alsnog in de grond te rammen met een grote steen. Snel weer naar binnen, het heeft niet veel geholpen. Wij redeneneren dat, zolang wij in de tent bljiven liggen, er genoeg gewicht is om de boel op zijn plaats te houden. We krijgen de slappe lach. Regen geselt het tentdoek en ik krijg natte voeten, vanwege ontbrekende haringen komt de regen onder dektent door. We zetten er een rugzak voor, probleem opgelost. Manuela begint te snurken, ik luister naar de wind en de road trains die iedere 10 miniten langsdenderen. Er zit niets anders op dat te filosoferen over het feit dat het altijd regent in woestijnen wanneer ik er ben.

maandag 14 december 2009

Strandweer

Vandaag is de eindbestemming Esperance,  naar zeggen is hier het mooiste strand van Australië. Het is inderdaad mooi: wit zand, helblauwe zee, baaien. Rijden door naar Cape Le Grand National Park, we hebben de middag vrij om te zwemmen. De baai is te ondiep voor haaien gelukkig. Het water is koud (Antarctica is de dichtstbijzijnde landmassa) en de zon is heet (42 graden). Later betrekt de lucht, het begint te waaien, er wordt regen verwacht. De tenten staan niet erg stevig, want de haringen willen met geen mogelijkheid de grond in. We eten een snelle hap. Er lopen kangoeroes tussen de campingtafels door (streng verboden te voeren). ´s Nachts zet de regen niet door, de wind blijft.

zaterdag 12 december 2009

Oost West

Vlucht Adelaide - Perth, morgen ga ik mee met een negendaagse bustour van Perth terug naar Adelaide door de Nullarbor. Dat is een reis van pakweg Londen naar Moskou. Aardige groep (9 meisjes en 1 jongen) op die ene zeurdoos na die er altijd bij lijkt te moeten zijn. De eerste dag leggen we veel kilometers af, dat deel van Western Australia is tamelijk dichtbevolkt. Koffiestop in Corrigin, het dorp dat beroemd is als wereldrecord-houder ´dog in a ute´: 1527 utes met een hond achterin. Als je weet dat het dorp 900 inwoners heeft, is dat nogal een prestatie.

Later die dag een wandelingetje naar Wave Rock, dat is weer zo´n Australische freakrots, indrukwekkend. Het is heet. We overnachten in de achtertuin van een oud Engels dametje dat al 50 jaar in Oz woont, ze kookt hemels. We slapen in tentjes, de sterrenhemel is onbeschrijfelijk. Om half 5 ´s ochtends sta ik buiten te kijken naar de zonsopgang en alle vogels.

woensdag 9 december 2009

Adelaide & omstreken

De Overland Train vertrekt om 07.00 van Southern Cross Station voor de 800 km lange reis naar Adelaide. Weer een prachtige reis door de leegte, hier en daar een dorp, wat koeien, eindeloze gele graan-velden die vlak voor Adelaide overgaan in groene heuvels met eucalyptusbossen. Ik logeer bij vriendin Shelley, zij werkt tegen-woordig als tourguide. Die avond is er een kerstdiner van haar werk, maar ze komt pas laat terug van een trip. Snel omgekleed en opgetut, maar toen we aankwamen zagen we net het dessert uit het zicht verdwijnen. Met de harde kern van de Groovy Grape tourguides nog wat gedronken in de stad, grappig om hun reisverhalen te horen (ik kende alleen de kant van de toerist).

Vrijdag haalt bikievriend Lumpy me op voor een dagje toeren. Hahndorf is een Duits dorp met vakwerkgebouwen en een Duitse pub, compleet met hoempamuziek. Mate John, tracteert ons op een typische lunch: wursts, ham en pretzels met mosterd. Eind van de dag naar de pub en ik maak kennis met de oude vrienden: Mad Dog, Flea, Lurch, GB en ook nog een paar bikies met gewone namen.

zondag 6 december 2009

Wisselvallig

Inmiddels ben ik al een paar dagen in Melbourne, de stad van ´four seasons in one day´. Beroemd om de snelle weerswisselingen. Bevalt het weer je niet, wacht dan 10 minuten. Dus het ene moment loop je te zweten terwijl de zon op je huid brandt, het volgende moment kan ineens bewolkt zijn en 10 graden koeler, wind steekt ineens op en dan is het weer een strak-blauwe hemel met een lekker zonnetje. Ik vind het maar fris hier, zeker na het uitstapje naar de outback. Melbourne is een leuke stad vind ik. Oude Victoriaanse gebouwen vermengd met strakke skyscrapers, Rotterdam mag best jaloers zijn op de architectuur hier. Ach, daar staat tegenover dat hun haven nauwelijks iets voorstelt. De containerhaven, zoals die trots werd aangewezen tijdens een tocht over de rivier, door de haven en door de baai, bestaat uit zes loskranen! Met vriendin Nicole musea bezocht, rondgelopen en gegeten. Omdat er zoveel Italianen in Melbourne zijn neergestreken, is er een levendige Italiaanse restaurantcultuur. En de koffie is er de beste van heel Australië. De overdekte Queen Victoria Market is een van mijn favorieten, je kunt er alles kopen, van fruit en veg tot handtassen en massagekussens. Na een bezoek aan vriendin Willow in Rye, een dorp aan de kust een paar uur van Melbourne, ben ik weer klaar voor de volgende etappe.

woensdag 25 november 2009

Au!

Met Michelle en Stuart naar cattlefarm van mate Colin in zuidwest Queensland geweest. Geweldig! Na een rit van 12 uur in een auto waarvan de airco het halverwege opgaf in 35 graden buitentemperatuur was ik blij in Charleville te zijn. Ik dacht dat we er dan bijna waren, maar het bleek dat 80 km na Charleville nog 50 km over een dirt road naar Moruya (Colin's property) was. Voor de duidelijkheid, de dichtstbijzijnde supermarkt is dus 130 km ver! Eind van de middag, wanneer het een beetje afkoelt, komen de dieren uit hun middagslaapje. Dat is spannend rijden, want voordurend schieten de kangoeroes over de weg. En ook al reden we naar een km-tje of 50, een roo op je motorkap gaat door de ruit heen. Voorzichtig dus. De emoes doen het anders, die rennen net zo lang voor de auto uit totdat hun tong op hun tenen hangt en dan bedenken ze ineens dat ze ook links of rechts kunnen zwenken. En welke kant ze dan opgaan, dat is altijd een verrassing.

Colin heeft een lapje grond van 25.000 acres in de middle of nowhere. Daarop heeft hij wat koeien lopen, zo´n stuk of 700 maar, die hij bijna nooit ziet. Verder nog een stuk of 20 paarden, vermoedt hij, die hij ook al maanden niet gezien heeft. Iedere dag rijdt hij in zijn Ute langs een deel van de 30 km afrastering op zijn land om hier en daar een mengsel van zout en andere voedingsstoffen voor het vee te brengen. Repareert hekken en zo nog wat van die dingen die een veeboer zoal doet. Gelukkig heeft hij voldoende water op zijn grond, sterker nog, hij zit bovenop het artesisch basin dat zich uitstrekt onder een groot deel van Queensland. In zijn geval betekent het dat er - letterlijk - oeroud water omhoog komt. Aardige bijkomstigheid is dat het warm water is, dus er is altijd een warme douche. Naast zijn huis staat een grote veebak die hij vol laat lopen met het bronwater. Daar zit je dan, na een dag hard werken in de hitte (au?) met je koude flesje bier in lekker warm water, terwijl om je heen allerlei avondlijke geluidjes te horen zijn en een of ander beestje in het water zo nu een dan even gemeen in je vel bijt. Au! Zo nu en dan geef je de bak chips een zetje zodat hij naar de overkant drijft. Au! Terwijl je gezellig over koetjes en kalfjes keuvelt (AU!) en in de pikdonkere hemel de sterren een adembenemend schouwspel opleveren, je kunt de melkweg zien glimmeren!

Colin nam ons mee op zijn dagelijkse rondje, na een hartig ontbijt van - hoe kan het anders - een stoofpot van rundvlees, uien en spaghetti. Het had trouwens ook varkensvlees kunnen zijn, want varkens heeft hij ook. En kippen, geiten, tamelijke tamme (jacht)honden, een halfwilde kat, wilde vogels, kikkers, vliegen, muggen, gekko's, lizards enz. Het is er zo mooi en zo stil, zo leeg, ruimtelijk. Vlak, zodat je ver kunt zien. Schreeuwende papegaaien, brullende kikkers, tjitjakkende gekko´s. Hij staat iedere dag met licht op (ca 05.00 uur), werkt, eet, bekijkt ´s avonds zijn email en Facebook (ja, hij heeft elektriciteit en internet) en gaat vroeg slapen. Je begrijpt dat hij dolblij is wanneer er iemand op bezoek komt!

De terugreis hebben we op ons gemak gedaan, in twee dagen. Na een jumpstart moesten we onderweg toch een nieuwe accu kopen. Dat was in Ballon, een gehucht met een pub, een slager en gelukkig een garage. Terwijl Stuart in de blakerende zon onder de motorkap keek, leverden de mannen in de pub commentaar. ´Kom uit de zon, mate, en neem nog een biertje´ Maar dat er een nieuwe accu in moest, daar waren ze het allemaal over eens. Het zou die middag 45 graden worden en dan moet je niet met pech langs de weg komen te staan. Want je krepeert er van de hitte, je water gaat snel op en als de zwarte mieren je niet te pakken nemen, dan de wilde varkens wel, die rukken de ingewanden uit je lijf. Kortom, dat soort constructieve dingen. Met frisse moed gingen we weer op weg. Jammer genoeg loste de nieuwe accu het aircoprobleem niet op. Buiten 45 graden, in de auto 35, maar een raampje opendoen voelde als het openen van een hete oven.

Na een afmattende rit bereikten we Nindigully. Een gehucht met negen (!) inwoners. Maar die dag was het er druk, er werden de jaarlijkse beroemde varkensraces gehouden. De opbrengst was voor de Royal Flying Doctors. Die organisatie is afhankelijk van donaties en vooral de Australiers in de outback geven ruim, want iedereen kan ooit de hulp van de FD nodig hebben. Er waren mensen van heinde en verre voor een dagje uit gekomen, gezinnen, truckies, bikies, een zeer gemengd gezelschap. Levende countrymuziek. Bier, hotdogs, kinderspelletjes. De zes speciaal getrainde biggen met hun gekleurde jasjes werden per opbod ´verkocht´ door een echte veiligmeester, de biggen brachten gemiddeld 260 dollar per stuk/per race op. De winnaar van het totaalbedrag is degene die het winnende big heeft ´gekocht´, maar het is goed gebruik dat de winst ook aan de FD geschonken wordt.

Dan kan eindelijk de race van start. De biggen gaan in een kooi, na het startschot volgen ze een parcours van autobanden, buizen, balen hooi, een hek dat ze moeten openduwen, om uiteindelijk een emmer melk te vinden. Het eerste big dat de emmer vindt, wint de race. De veilingmeester voorziet de race van commentaar, zoals dat bij paardenraces gebruikelijk is. Iedereen staat te joelen en te lachen, de biggen zijn zo grappig. Na twee races houden we het voor gezien, we moeten door naar Goondiwindi. We overnachten in de pub. De volgende dag de laatste 400 km. Totaal hebben we pakweg 1900 km afgelegd in 4 dagen...









woensdag 18 november 2009

Even uitblazen


Byron Bay is beroemd in het backpackerscircuit, en terecht. Het is een leuk plaatsje. Veel café's, restaurantjes en winkeltjes. En strand, heel veel strand langs een mooie baai. De avond dat ik er aankwam regende het, onweer, hagel, bliksem, de hele handel. Hoezo strandweer?

Een bewolkte dag erna, goed om te lopen dus. Naar het Byron Bay Lighthouse gewandeld, een mooie route door bos. De schuchtere whipbird gezien!!! Terug langs het kustpad naar beneden, daar kon je de dolfijnen in de baai zien spelen in de golven. Een oude life guard die er ook stond te kijken heeft me een heleboel verteld over rip curls, vogels en andere interessante dingen. Aussies zijn ongelofelijke kletskousen!

De volgende dag stralend weer, dus ik naar het strand. Rustige zee, beetje gezwommen, beetje verbrand. Lekker de hele dag gelezen, heerlijk zo'n paar rustige dagen. Michelle en Stuart kwamen me de volgende ochtend ophalen. Stuart is daar in de buurt geboren, dus hij heeft me zijn ouderlijke boerderij laten zien enzo. Schitterende weggetjes gereden door groen, heuvelig terrein, bossen, kreken, meertjes. Niet helemaal Australië zoals je dat voorstelt. Het heet dan ook New South Wales, je kunt je voorstellen dat de emigranten zich er thuis voelden.

dinsdag 10 november 2009

Kookaburra alarm

Gagaju Bush Camp in Tewantin. Het leek ons wel wat, een paar dagen in de bush. Een dirt road leidde naar een krakkemikkig stelletje tenten en andere bouwsels waarin de keuken (nouja) gehuisvest was, de receptie en de dorms. Twee grote tenten met een aantal grove stapelbedden met een soort zeiltje tussen de balken als matras. Verder nog een zootje tentjes, een paar campers en een huis dat op instorten staat waar een winkeltje zit.

Het geheel prachtig gesitueerd aan de Noosa River in een eucalyptusbos. Wandelingetje gemaakt en rond het kampvuur gezeten met een biertje. De nieuwe backpackerlading kwam net aan, wij hadden de beste plekken al geconfisceerd natuurlijk.

In alle vroegte werden we gewekt door een koor van kookaburra's en andere vogels, geweldig. Om half 8 in onze kayak de Noosa rivier op, richting Lake Coothalaba. Visarenden gezien en andere watervogels. Het was een beetje bewolkt en het waaide stevig. Met wind en tij mee ging het best lekker, totdat we op het meer terechtkwamen. Aardige golven en wind tegen. Er was gezegd dat er een strandje was waar we de kayak konden achterlaten en vandaar naar het plaatsje lopen om koffie te drinken. Nou, die koffie hebben we driedubbel en dwars verdiend! We hebben ons uit de naad gepeddeld, steeds weer afdrijvend, de golven opzij zodat we bijna kapseisden, maar je kunt niet halverwege rusten want dan zit je meteen aan lager wal. Dus je kunt je voorstellen dat we bekaf het strand bereikten.

En toen begon het te regenen. Geen huis te zien, wel een kampeerterrein. Eerlijk gezegd wisten we helemaal niet of we wel op het juiste strand geland waren. Na een stukje lopen kwamen we toch in het dorp, Boreen Point.

Het Appolonian Hotel (1826) serveert een goede lunch, tot onze blijde verrassing. Dat vond ook de kookaburra die op een ander tafeltje zat te kijken. Hij vloog dwars door de zaal en griste een stuk vlees uit Michelle's hand. Na de eerste schrik was het erg komisch. Hij bleef achter ons op een tafeltje zitten wachten, helemaal rustig hebben we onze lunch niet afgemaakt.

De terugweg konden we niet langer uitstellen, het waaide nog steeds maar nu hadden we de wind een beetje zij-achter. Gelukkig konden we de riviermonding terugvinden, het is best een groot meer. Tegen die tijd was het tij stevig tegen, dus moesten we ons weer de blubber peddelen. Een bootje van het kamp kwam checken of alles goed ging, en aangezien we nog een montere indruk maakten lieten ze ons doormodderen. Vlak voordat we bij het kamp kwamen, begon het weer te regenen, echt hard ditmaal, plus een fikse wind tegen. Met het kamp in zicht hebben we het gered, maar we waren wel versleten, zeiknat en met zere konten van de harde bankjes.

De volgende ochtend naar Noosa, een trendy strand-stadje. Waarom willen jullie naar Pomona, vroeg de man van het toeristenbureau? Tsja, Michelle was er wel eens doorheen gekomen en het leek ons gewoon leuk? De man werd helemaal lyrisch, dit was de eerste keer dat een toerist naar Pomona vroeg en het was toch zo'n charmant stadje. Meer aanbeveling hadden we niet nodig, dus de bus gepakt. Inderdaad, het is een schattig stadje met oude Queenslander houten huizen. We hadden geen idee of er accomodatie was, totdat we tegen zo'n oude pub/hotel aanliepen. Alles wat de Australiërs hebben aan historie, leek daar verzameld.

Pomona ligt in een prachtige groene omgeving met bossen en rollende heuvels. Mount Cooroora is overal in het stadje te zien, het is een klomp steen die nogal abrupt uit het landschap oprijst. Van ver zagen we dat er een wandelpad naar de top ging. Mt Cooroora blijkt jaarlijks een hardloop-wedstrijd naar de top te hebben, het record is - vanaf het trein-station naar de top en terug - 23 minuten en 43 seconden! Heen en terug! De berg is 439 meter hoog, waarvan zeker de helft steil omhoog gaat. Vanochtend zijn we om 06.00 uur aan de klim begonnen (voordat het te warm werd). Wij deden er anderhalf uur over om naar de top te klauteren en dan hebben we het nog niet eens over de terugweg! Het was op sommige plekken zo steil dat ze er kettingen gespannen hebben, op andere plekken gingen we op handen en voeten naar boven. Fantastisch uitzicht vanaf de top: de zee, Noosa Heads, het meer waar we een paar dagen geleden gekanood hebben, de bosbranden vele kilometers verderop.


zaterdag 7 november 2009

Slang alarm

Vandaag zijn we bij een kwekerij gaan kijken. Terwijl Michelle bezig was een paar natives uit te zoeken, liepen Stu en ik op ons gemak door het bijbehorende park. Tot de noodkreet van Stu: snake! In een nanoseconde stond ik twee meter verderop met trillende beentjes te kijken hoe de slang in een hoop bladeren verdween. Ik was er blijkbaar gewoon overheen gestapt. Hij was niet groot maar zag er wel heftig uit. Volgens een medewerker daar is het een rough-scaled snake, giftig en volgens de beschrijving op internet nogal nerveus. Sindsdien ben ik nerveus wanneer we in het bos lopen.

donderdag 5 november 2009

Koala alarm

Wildlife. Zat er ineens een koala in de voortuin, volgens Stuart. Wij dachten, yeah, right! Maar het was waar! Er zat zomaar, midden op de dag, een koala in een stadstuintje. Nadat hij een tijdje om zich heen had zitten kijken, liep hij kalmpjes door de understorey naar de achtertuin en ging daar lekker in een boom zitten. Wildlife Rescue gebeld, maar toen ze een uurtje later langskwamen, was de koala weg. Blijkbaar is er een volksverhuizing aan de gang vanaf het terrein waar een nieuwe wijk wordt gebouwd. De koala's verliezen hun bomen en gaan op zoek naar een nieuwe woonplaats.

dinsdag 3 november 2009

Man, vrouw en paard noemen

Ik viel met mijn neus in de boter. Op 3 november was het Melbourne Cup Day, een belangrijke dag voor Aussies. Het is bijna een nationale feestdag. Overal in Australië zijn op die dag paardenraces. Degenen die niet naar de races gaan, zitten in de pub aan de tv gekluisterd. Wij gingen naar de racetracks. En als je gaat, ga je in vol ornaat. Dames in jurken, hoge hakken en hoeden met veren, de merk-waardigste creaties zie je voorbij komen. Mannen in pakken, ondanks de hitte. Feestelijke sfeer, druk. En natuurlijk alles ruimschoots overgoten met alcohol (uiteindelijk ook die pakken, ja).

Tegen het eind wankelen de inmiddels verfomfaaide dames op hun hoge hakken, maar vaker waggelen ze laveloos met hun schoenen in de hand over het terrein. Uiteraard hebben we een paar wedjes gezet, wij als onwetende nieuwkomers gaan af op een welluidende naam. Zo heb ik ingezet op Dave the Dude en Conchita. Nee, niets gewonnen dus. Voordat je inzet, kun je de paarden bekijken in de stallen.

De paarden zijn nerveus, strakke spierbundels, trillende huid. De verzorgers geven ze nog een paar laatste streken met de borstel, ze moeten glimmen! Je kunt inzetten bij de bookies, overal hangen schermen waarop de namen van de paarden en de odds vermeld staan. Wanneer jouw paard wint, of op nummer 2 of 3 binnenkomt, win je een bedrag. Dat klinkt allemaal heel simpel, maar wedden is een wetenschap en een kunst die in zeer hoog aanzien staat.

Op de tribunes zit iedereen te wachten op het startschot, aan de andere kant van het terrein zie je vaag iets in beweging komen en een paar minuten later denderen de paarden voorbij. Kleurige jockeys met hoog opgetrokken benen en hun zweepjes. De finish is pal voor de tribune, iedereen staat op wanneer de paarden in zicht komen en schreeuwt aanmoedigingen.